Houtwalhalla

Brengt natuur dichterbij

Beheer houtwal

De houtwal wordt beheerd volgens het permacultuur principe. Dat wil zeggen, we werken met de natuur mee en niet tegen de natuur in. Er is sprake van een grote diversiteit aan bomen, struiken en planten waarbij er ook voedsel geproduceerd wordt in de vorm van fruit, noten en kruiden. Door deze polycultuur ontstaat een natuurlijk ecosysteem met een grote veerkracht, beter bestand tegen droogte en plagen.                                   

Een gedeelte is ingezaaid met wilde bloemen waar veel insecten op af komen, die de vruchtbomen bestuiven en natuurlijke vijanden van plaagdieren aantrekken. 

Chemische bestrijdingsmiddelen worden niet gebruikt. Door de inrichting van de houtwal zijn er voor elke plaag voldoende natuurlijke vijanden. Veel planten en de takkenril, alsmede de holle ruimtes in bomen zijn van belang voor vlinders, bijen, zweefvliegen en andere dieren die nodig zijn voor een natuurlijk ecosysteem. Er wordt niet meer gemaaid dan nodig is, dat wil zeggen alleen de paden. Hierdoor zijn er altijd bloeiende planten voor de insecten.              

Er wordt geen kunstmest of dierlijke mest gegeven. Voedingstoffen worden door de bodem zelf geproduceerd door het verteren van organisch materiaal zoals bladeren en planten die afsterven in de winter. Ook houten takken verteren, al duurt dat wat langer. Door er houtsnippers van te maken, gaat het verteren sneller.               Er zijn voldoende grote bomen op de houtwal dus is er voldoende blad en hout welke in de natuurlijke kringloop opgenomen worden. Organisch materiaal in de bodem zorgt verder voor het vasthouden van vocht en is belangrijk om verdroging te voorkomen.   

We bewerken de bodem niet, wat bij meerjarige gewassen ook niet nodig is. Hierdoor kan een uitgebreid ondergronds schimmelnetwerk ontstaan. Schimmelnetwerken gaan een samenwerking aan met wortels van vaste planten en bomen voor de uitwisseling van nutriënten en water. Planten en bomen komen zo gemakkelijker aan voeding en water. In een bos is het schimmelnetwerk goed ontwikkeld en daarom hoeven de bomen in het bos niet bemest te worden om te groeien. Niet de planten en bomen moeten gevoed worden, maar de bodem. De bodem voedt op haar beurt weer de planten en bomen. 

Door geen chemische bestrijdingsmiddelen, kunstmest en dierlijke mest toe te passen en de bodem niet te bewerken ontstaat een gezonde bodem. De ‘diensten’ die een gezonde bodem levert, zijn talrijk en fantastisch: micro-organismen en bodemdiertjes in de grond neutraliseren ziekteverwekkers (natuurlijk afweersysteem), recyclen plantenresten en slaan koolstof op. Ze zijn onmisbaar en onvervangbaar.

                Veel variatie aan beplanting zorgt voor een duurzaam natuurlijk systeem.               

     Diverse beplantingslagen komen voor op de houtwal, waarbij de hop als klimmer er één van is.  

     De aardpeer is een knolgewas en vormt weer een andere beplantingslaag, en geeft mooie gele bloemen.